…maar sommige dieren zijn meer gelijk dan andere. Ik moest aan deze quote denken toen ik ergens de term ‘talent apartheid’ las: het “scheiden van het zogenaamde superslimme kaf van het nutteloze koren” (wat natuurlijk andersom moet zijn: het nutteloze kaf van het superslimme koren). Het begrip komt aan de orde bij één van drie foute aannames als het gaat om ‘talent’, namelijk het idee dat je met talent management talentvolle mensen aantrekt. De andere twee zijn: je kunt het herkennen en de beste organisaties hebben de beste mensen.

De belangrijkste foute aanname staat er echter niet bij: talent bestaat niet. Tenminste, er zijn mensen die heel goed viool kunnen spelen of heel hard kunnen lopen en dat kun je talenten noemen. Al hebben ze er waarschijnlijk ook heel lang en heel hard op geoefend. Maar talent in organisaties…? Het artikel zegt het ook al: “Waarom is talent management in de praktijk zo moeilijk in de vingers te krijgen?”

Want we willen het wel. We blijven met z’n allen op zoek naar dat superslimme kaf (of koren). Sterker, we zoeken harder dan ooit. Blijkbaar gaan we er nog steeds van uit dat organisaties bestaan uit toptalent, mensen die ‘goed genoeg’ zijn en de nuttelozen, dat dat onveranderlijke gegevens zijn en dat we vooral moeten jagen op dat kaf (of koren). Ben ik de enige die ervan overtuigd is dat (top)talent helemaal niet bestaat?

Hopeloos geval

Als zzp’er kom ik al jaren bij veel verschillende organisaties over de vloer om klussen te doen en ik heb geleerd dat ik net zo makkelijk een hopeloos geval kan zijn, als een doorslaand succes. Wat het gaat worden, is afhankelijk van de vraag in wat voor branche of organisatie ik me bevind en op welke van mijn vaardigheden een beroep wordt gedaan. Wat leidt tot één van de volgende situaties:

  • Ik voel me niet thuis, wat ik kan sluit niet aan op de vraag en ik ben daardoor ongelukkig en niet-effectief (nutteloos).
  • Het is niet helemaal ‘mijn’ branche, maar de vraag past wel bij mij. Of de organisatie spreekt me aan, maar wat er gevraagd wordt is niet helemaal in lijn met mijn kennis en/of vaardigheden (goed genoeg).
  • Ik voel me als een vis in het water, ik kan precies de dingen die nodig zijn en ik verzet daardoor bergen (toptalent).

Zelfs met het beste talent management programma zal ik in het eerste geval spectaculair falen. In het tweede geval bereik ik acceptabele resultaten. In het laatste geval heb ik niks nodig en ben ik een toptalent all by myself.

Steve Jobs

Deze weerbarstige situatie verklaart waarom talent management zo moeilijk ‘in de vingers te krijgen’ is. Als alles klopt, kan iedereen een ‘toptalent’ zijn. Toen niks klopte, was zelfs Steve Jobs een mislukking die met pek en veren bij Apple werd weggestuurd. De meeste mensen hangen ergens tussenin, zijn geen kaf én geen koren; ze zijn ‘goed genoeg’. Met een begripvolle baas, een ander beleid, een opleiding op z’n tijd, een beetje ruimte óf in een andere baan of rol, zou het zomaar kunnen zijn dat de omstandigheden ontstaan waardoor ze boven zichzelf uit kunnen stijgen.

In plaats van het kritiek- en gedachteloos najagen en vruchteloos trachten te managen van ‘talent’, kunnen we beter zoeken naar de ‘match’. Wie past? Want alle dieren zijn gelijk, maar als je eieren wilt heb je meer aan een kip die goed genoeg is, dan aan een varken dat een toptalent is.

Talent: alle dieren zijn gelijk…
Getagd op: